dinsdag 31 mei 2011

Volendammer ziekte.


In Japan is een band met de raadselachtige naam "Volendam Disease".
Misschien fans van de Cats zul je denken, of van Jan Smit of het Volendams Opera Koor? Dat is niet zo want het is een punkband. Hoe ze wel aan die naam komen zal ik je haarfijn uitleggen. In de jaren 80 had je in Nederland meer dan 100 punkbandjes. Rond 1985 was het in de punkmuziek mode om de liedjes zo snel mogelijk te spelen. Veel bands brachten hun muziek zelf uit op cassette of EP. Deze werden over de hele wereld verstuurd en geruild binnen het punkcircuit. Mijn zoon liet mij laatst nog de eerste single zien van The Offspring met een brief erbij van de drummer. Zij zijn een van de weinige punkbands die later doorgebroken zijn.
Bij de Japanse punkers werd vooral de snelle Nederlandse muziek populair. Deze muziek was in hele kleine oplages uitgebracht en dus schaars in Japan. De originele platen werden daardoor collectors items. Eén van die platen was een EP van de enige Volendamse punkband Gepøpel. De titel van de plaat is Paracide uit 1985 en enige jaren terug werd er nog 250 dollar voor geboden op Marketplace.
Ik was nog van plan om mijn exemplaar te verkopen, maar er zat een klein scheurtje in de hoes en dan gaat de waarde drastisch omlaag.
Gepøpel bestond in het begin uit: Niels de Wit, René Kes, Henk de Boer en Erik Jansen. Zij waren toen leerlingen van het Werenfridus in Hoorn.
De Japanse band was zo onder de indruk van deze plaat dat zij besmet werden door het Volendamse virus en de hoes als hun logo gebruikten.
De woorden Gepøpel en Paracide vervingen ze door Volendam en Disease en dit werd hun naam.

Om jullie niet meteen een hartverzakking te bezorgen is hier een rustig punkliedje uit die periode van de Wipers uit Portland Oregon.

maandag 23 mei 2011

3FM bestond nog niet.

 
 
Hilversum 3 kwam in 1965 in de ether om de piratenzenders een halt toe te roepen. Veronica, Caroline en Radio London hadden met de hele dag muziek de luisteraars naar zich toe getrokken. Veronica zond uit vanaf 1960, maar de jeugd was nog geen doelgroep en de ontvangst was slecht.
Draagbare radio's waren duur en je hoorde net zoveel storing als muziek. Die storing werd de Mexicaanse hond genoemd want het leek alsof er een hond meehuilde met de muziek.
Toen de babyboomers begin jaren zestig gingen werken en geld verdienden veranderde alles. Veronica richtte zich met hun muziek en reclames steeds meer op de jeugd. De transistor radio werd betaalbaar. Wel ging je zakgeld op aan batterijen die maar een dag meegingen. Maar je kon altijd wel een extraatje verdienen met overwerken. Er was werk genoeg en de lonen stegen. Ik hoefde niet in militaire dienst omdat er te weinig bouwvakkers waren. Ik werkte als betonvlechter bij Hein Schilder. Mijn broer Jaap was de voorman van de vlechters. Hij wilde van ons voor zijn verjaardag een draagbare radio. Dat kon hij op z'n buik schrijven, dat begrijp je wel. We zochten een oude radio en schroefden daar een handvat op en ziedaar: een draagbare radio.
In 1964 had ik mijn eigen transistor radio bij elkaar gespaard. In dat jaar was ook Radio Caroline begonnen met uitzenden. De hele dag de Engelse hitparade en alle nieuw uitgebrachte platen. Ieder uur begon met dezelfde nieuwe plaat. In die week was dat “House of the Rising Sun”van de Animals.
Dit was muziek van een andere planeet! Dit stond lichtjaren verwijderd van de flauwekul die je op de Nederlandse radio moest ondergaan. Het werd één van de grootste hits van de zestiger jaren, zo niet de grootste.
Het liedje bleek een oude Amerikaanse traditional te zijn die daar door een zekere Bob Dylan was bewerkt en opgenomen in 1961. Bob was wel zo slim om de rechten te claimen.

woensdag 18 mei 2011

Just seventeen

17 is ze, je bent smoorverliefd en ze gaat vanavond naar een band in de PX. Maar jij hebt geen kaartje of geen geld. Wat doe je dan?
Dit probleem heb ik vroeger maar al te vaak moeten oplossen.
Bij de Jozef was dat niet zo moeilijk. Het herentoilet was buiten gesitueerd en je klom dan over een muur en liep vanuit het toilet de Jozef binnen.
Er zijn in die tijd heel wat zondagse pakken gescheurd aan het prikkeldraad dat op die muur zat. In de Amvo kochten we één kaartje en gaven dat door aan de volgende door het wc-raampje. De Pius X ging om 8 uur op slot en je kwam er dan niet meer in. Een jongen uit de straat die mij voor de gesloten deur zag staan zei: kom maar mee ik weet wel een manier. Hij klom vóór mij het dak op en dan door een dakraam naar binnen. Zo kwam ik op het balkon boven de bar en kon ik via de trap achter de bar de zaal in.
Ik verklapte dit geheim eens aan m'n vrienden en we gingen met een man of 5 door het dakraam. Echter de deur onder aan de trap zat op slot en we moesten weer terug. Piet Slak, de wielrenner, gaf niet op en liet zich vanaf het balkon midden in de zaal vallen. Binnen 'n minuut was hij door 3 obers weer buiten gezet.
In 1963 speelde er een jonge band van buiten Volendam. Ze begonnen hun optreden met: One, two, three, fire,,, She was just seventeen. Het intro van “I Saw Her Standing There” van de Beatles. Wat een nummer om een optreden te beginnen. Een van de mooiste liedjes van McCartney en Lennon.
Het eerste nummer van hun eerste LP, het is hier nooit op single uitgebracht. Dit liedje is een mooi voorbeeld van de Merseybeat met extra handgeklap op de 2e en 4e tel. En hoe toepasselijk was de tekst? Dit liedje ging over ons: Een dansavond in Pius X, ik 18, zij 17 en allebei verliefd.

zondag 1 mei 2011

De kleine tamboer




De kamer waar ik ben geboren heeft een klein raam dat uitkijkt in de Bootsmansteeg.
In de Bootsmansteeg woonde één gezin. Boven zijn timmerloods woonde Thoom Veerman (Dekker) met zijn vrouw Aal Bootsman. Zij hadden 13 kinderen en een vaste werkmeid.
Zo uitzonderlijk was dat niet, want bij ons in de straat woonden nog 2 gezinnen met 13 kinderen. Uitzonderlijk was wel de muzikaliteit van het gezin van Thoom en Aal.
Echt te veel om op te noemen, de bands en muziekgezelschappen waar zij deel van hebben uitgemaakt en nog maken.
Zo zat Kees al jong in het tamboerkorps en leerde aan alle jongens in de straat de marsen van het korps, op zelfgemaakte trommels. Als zij dan door Volendam liepen te trommelen, kwamen de mensen in de deur staan. Die dachten dat het echte korps voorbij kwam.
Toen Jan Dekker, die nog jonger was, in het tamboerkorps wilde, kon hij dezelfde avond al meelopen. In één dag had hij alle marsen geleerd. Hij werd later drummer bij de Beatboys en is helaas op 18-jarige leeftijd overleden.
In 1958, het jaar dat de rock 'n roll doorbrak, werd er in Volendam gespaard voor de Mariakerk. Al wie 100 gulden schonk kreeg een vermelding in het goudenpalenboek.
Wij gingen op een kar door het dorp en al muziek makend haalden wij 100 gulden op voor de nieuwe kerk. Ik zat er als figurant bij met een gitaar in m'n handen. De muziek werd gemaakt door de broertjes Dekker: Evert, Thoom, Bep, Jan en Cor, 10 tot 15 jaar oud.
Wij heetten de "Rock and Roll Boys", er heeft zelfs een foto van in de krant gestaan. Thoom en Bep speelden trompet, o.a. "When the Saints". Maar ons topnummer was "Babyface", dat gezongen werd door Jan Dekker, zingen kon hij ook.
Dit nummer stamt uit 1920 en is van Whispering Jack Smith. Het werd door Little Richard in 1958 in een Rock and Roll-jasje uitgebracht en dat is de versie die Jan zong en hier te horen is.