woensdag 19 oktober 2011

Inderdaad ja.



In 1959 promoveerde FC Volendam naar de eredivisie. Met de trein ging het elftal naar de uitwedstrijden. Dick Maurer alias Dicky Kick, onze rechtsback, had dan altijd z'n gitaar mee en vermaakte de medereizigers met mooie gospelliedjes. Na enkele nummers ging hij dan met de pet rond, het voetbal was toen nog geen vetpot.
Hij studeerde lichamelijke opvoeding aan het CIOS en was later gymnastiek-leraar. Ik liep toen op de Mulo en wij hadden op zaterdagochtend gymles van Dick. Meestal was hij zonder ontbijt naar de gymzaal gesneld en dan mocht ik naar zijn moeder om een pot thee en wat boterhammen te halen. Zij runde een sportzaak even verderop aan de Julianaweg, waar nu Intersport van Kees Tol Pier is gevestigd. Ik vond dat helemaal niet erg want ik werd dan geholpen door zijn jongste zus Annie en daar had ik toevallig een oogje op.
De gitaar van Dick heb ik later voor 25 gulden kunnen kopen van z'n broertje Wim die inmiddels de eigenaar was. Dit was mijn eerste gitaar.
Dick Maurer was de eerste Volendammer die op de radio te horen was. Omdat FC Volendam kampioen was geworden, zond de KRO een live programma uit vanuit de AMVO. Enkele mensen van de voetbal werden geïnterviewd en Dick speelde met zijn trio enkele nummers. Het trio bestond verder uit Michael de Jong, van Antoon de Jong de manufacturenwinkel aan de Meerzijde, hij speelde contrabas en m'n broer Niek de Wit op drums. Zij speelden o.a. "He's Got The Whole World In His Hands" en "Baco Flaco".
Tijdens dit programma werd ook het spelletje "geen ja geen nee" gespeeld met Dick als deelnemer. Hij had van te voren geoefend om steeds "inderdaad" te zeggen in plaats van "ja". Maar toen Kees Schilperoord de eerste vraag stelde, antwoordde Dick met: "Inderdaad ja", en hij was direct uitgespeeld. Het lied wat hier bij hoort is "Baco Flaco" van Juan Serrano.

maandag 10 oktober 2011

Draadomroep


In de jaren vijftig had lang niet iedereen een radio, velen hadden een aansluiting op de draadomroep. De PTT, wat nu KPN heet, had door heel Nederland een kabel getrokken. Deze met lood omkleedde kabel liep langs de voorgevels van de huizen net boven de kozijnen van de begane grond. Een beetje vergelijkbaar met de kabeltelevisie van nu. Thuis had je dan aan de muur een kastje met een speaker er in. Je had dan de ruime keuze uit 4 radio-kanalen: Hilversum 1 en 2, het derde kanaal voor lichte programma's uit België of Engeland en het andere voor ernstige muziek. Het was wel storingsvrij, dat was bij losse radio's altijd een probleem.
Veel muziek was er niet op de radio, de programma's met mooie muziek waren op één hand te tellen en daar bleef je voor thuis.
Een van die programma's was "Hitparade" van Pete Felleman. Van 1949 tot 1957 draaide hij maandelijks de Amerikaanse Billboard top tien. Daar hoorde je artiesten als Bing Crosby, Doris Day en Perry Como.
Ik ging dit programma meestal beluisteren bij mijn oudste broer Gerard in de kapperszaak. Want als m'n broer Jan thuis was, zette hij de radio altijd op 4, de ernstige zender. Hij had verkering gekregen met een dochter van meester van Zelst en daar hielden ze van opera en operette.
Toen ik wat ouder was en de meeste broers inmiddels getrouwd waren kon ik zelf kiezen op welke zender de radio werd afgestemd. Op zondagmiddag om half 5 had je een jongerenprogramma uit België op 3. Het maakte niet uit waar ik om die tijd was, als het maar even kon ging ik dan naar huis om dit programma te beluisteren. Daar heb ik voor het eerst The Beatles gehoord. Op de Nederlandse radio werden die pas maanden later gedraaid. In dezelfde tijd, het was 1963, hoorde ik daar Adamo met "Nést-ce pas Merveilleux" en "Amour Perdu". Door een optreden op de televisie bij Willem Duis is hij in Nederland een ster geworden.
In Frankrijk was hij geen ster maar een melkwegstelsel. Een kwart van alle platen die in 1965 in Frankrijk werden verkocht waren van de hand van Adamo.